De gevolgen van de Booking.com uitspraak op de agentuurovereenkomst
In een eerdere blog zijn de belangrijkste feiten van het geschil tussen Booking.com en het Bedrijfstakpensioenfonds besproken. Het Hof Amsterdam overwoog in deze uitspraak dat Booking.com niet kwalificeert als agent.[1] Deze uitspraak kan belangrijke gevolgen hebben voor de agentuurovereenkomst.
De bemiddelingsovereenkomst
Alvorens in te gaan op de gevolgen, is het van belang om de bepalingen rondom de bemiddelingsovereenkomst te bestuderen. Voor een bemiddelingsovereenkomst (art. 7:425 BW) is vereist dat er sprake is van 1) een opdracht 2) om werkzaam te zijn bij het tot stand brengen van overeenkomsten met derden en 3) de opdrachtnemer neemt een positie in tussen de opdrachtverstrekker en de klant. Op basis van deze vereisten dient een online-platform als meer te functioneren dan alleen een elektronisch prikbord. Een elektronisch prikbord brengt aanbieders en klanten met elkaar in contact zodat zij onderling tot overeenstemming kunnen komen zonder betrokkenheid van het prikbord. Op het eerste gezicht voldoet Booking.com aan bovenstaande vereisten voor een bemiddelingsovereenkomst. Booking.com neemt opdrachten aan van verschillende accommodatieverstrekkers om zo overeenkomsten tot stand te brengen tussen de accommodatieverstrekker en de klant en fungeert zodoende niet puur als elektronisch prikbord.
De argumenten in de procedure
Booking.com bepleit in deze procedure daarentegen om puur een online marketing platform te zijn waarop locatie-eigenaren hun accommodatie kunnen aanbieden en waarop klanten vervolgens een accommodatie kunnen reserveren. Booking.com fungeert dan alleen als doorgeefluik. Volgens Booking.com is er daarmee niet voldaan aan de actieve rol die vereist is voor de bemiddelingsovereenkomst. De klant en de accommodatie communiceren namelijk rechtstreeks met elkaar, zonder bemoeienis van Booking.com. Daarnaast bemoeit Booking.com zich niet met de inhoud van de informatie en controleert Booking.com deze informatie evenmin op juistheid. Het Hof volgde deze argumentatie. Booking.com schept volgens het Hof slechts de mogelijkheid om een overeenkomst tot stand te laten komen, maar bemiddelt niet in de totstandkoming van de overeenkomst.
De uitspraak van het Hof wringt op enkele punten. Booking.com voert namelijk wel andere werkzaamheden uit die betrekking hebben op de accommodatieverstrekkers. Allereerst zorgt Booking.com voor het vergroten van de klantenkring. Booking.com zorgt ervoor dat een anders onvindbaar accommodatie, gemakkelijk geboekt kan worden via Booking.com. Hierdoor komen er overeenkomsten tot stand met klanten die zonder het platform Booking.com nooit tot stand waren gekomen. Daarnaast heeft Booking.com invloed op de prijsstelling van de accommodatie. De accommodatieverstrekkers krijgen middels Booking.com informatie omtrent de ideale prijs.
Op basis van de hierboven genoemde diensten zou Booking.com wel degelijk kunnen worden aangemerkt als bemiddelaar in de zin van art. 7:425 BW. Zoals besproken nam het Hof daarentegen geen bemiddeling aan. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat er bij Booking.com sprake is van geautomatiseerde bemiddeling. Het systeem stuurt de reserveringsinformatie geautomatiseerd. Er wordt een bevestiging van reservering gestuurd naar de klant en een mail met de reserveringsinformatie naar de accommodatieverstrekker, zonder dat Booking.com hier actief werk voor moet verrichten.
Het vereiste van actieve bemiddeling en de gevolgen daarvan op de agentuur
Indien deze uitspraak wordt gevolgd zal er voortaan sprake moet zijn van ‘actieve bemiddeling’ alvorens er gesproken kan worden van een bemiddelings- of agentuurovereenkomst. Dit vereiste van actieve bemiddeling wordt niet snel vervuld. Het feit dat Booking.com invloed heeft op de klantenkring, het aantal boekingen en de prijs van de accommodatie was voor het Hof Amsterdam niet voldoende om te spreken van actieve bemiddeling. Er dient dus hoogstwaarschijnlijk sprake te zijn van menselijke bemiddeling voordat er gesproken kan worden van een agentuurovereenkomst. Dit heeft tot gevolg dat handelsagenten die hun dienst enkel online leveren, niet langer meer als agent kwalificeren. De belangrijke bepalingen van de agentuurovereenkomst zijn hierdoor niet meer van toepassing op deze online handelsagenten.
[1] Hof Amsterdam, 28-05-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:1849