Exclusiviteit (distributieovereenkomsten)
Een distributierelatie is de benaming voor een samenwerking tussen een leverancier van producten of diensten en een wederverkoper met als doel de afzet van die producten of diensten te bevorderen.
In de praktijk zijn veel van dergelijke samenwerkingsrelaties in het (verre) verleden ontstaan en niet in schriftelijke overeenkomsten vastgelegd. Heeft een dergelijke schriftelijke vastlegging nooit plaatsgevonden, dan kan dat in een later stadium van die samenwerking of bij de beëindiging daarvan aanleiding geven tot onnodige geschillen. Men denke hierbij aan onderwerpen als de duur en beëindiging van de samenwerking, territoriale begrenzing, intellectuele eigendomsrechten, leveringsvoorwaarden, promotionele activiteiten, rechts- en forumkeuze, exclusiviteit etc. In dit artikel wordt kort stilgestaan bij het begrip “exclusiviteit”.
Een exclusieve distributierelatie veronderstelt dat de wederverkoper het recht heeft om als enige de producten of diensten in een bepaald geografisch territorium te verkopen. Keerzijde van een dergelijk recht is in de meeste gevallen dat op de exclusief distributeur een verplichting rust om geen concurrerende producten of diensten van andere leveranciers te verkopen (exclusieve afnameverplichting/non-concurrentiebeding). Vanwege het mededingingsbeperkende karakter van dergelijke afspraken dienen deze overigens te voldoen aan de specifieke voorwaarden die daaraan door de regels van het nationale en Europese mededingingsrecht worden gesteld.
Wanneer een distributierelatie niet in een schriftelijke overeenkomst is vastgelegd, zal het al dan niet bestaan van een exclusiviteitsrecht uit de relevante feiten en omstandigheden moeten worden afgeleid. Een contractueel beding waarin het exclusiviteitsrecht is vastgelegd ontbreekt dan immers.
Het enkele feit dat de distributeur feitelijk gedurende een (lange) tijd de enige partij is geweest die de producten of diensten van de leverancier in een bepaald gebied heeft verkocht, impliceert niet automatisch het bestaan van een exclusiviteitsrecht. Dit is onlangs nog door het gerechtshof Amsterdam bevestigd in een arrest van 5 januari 2016 in het kader van geschillen die waren ontstaan tussen een leverancier en twee van haar distributeurs bij de beëindiging van de samenwerking.
Één van de onderwerpen in geschil in die procedure was de vraag of sprake was van een exclusiviteitsrecht zoals door de distributeur betoogd. Dat betoog was in essentie gebaseerd op de stelling dat het exclusiviteitsrecht voortvloeide uit de omstandigheid dat de distributeur feitelijk de enige “externe” distributeur was binnen een bepaald rayon (in datzelfde rayon waren verder slechts twee eigen verkooppunten van de leverancier). Het gerechtshof oordeelde te dien aanzien dat die feitelijke situatie niet zonder meer een juridische aanspraak schept.
ECLI:NL:GHAMS:2016:18