Opzegging duurovereenkomsten nader beschouwd
Opzegging van duurovereenkomsten nader beschouwd
De opkomst van streamingdiensten als Spotify, Soundcloud en Apple Music heeft al gezorgd voor een lange waslijst (juridische) conflicten tussen artiesten en hun platenlabels. Onlangs procedeerden ook de grote rockband Golden Earring en hun uitgever Nanada tot aan de Hoge Raad, die in het arrest van 7 juli 2017 een nieuwe rechtsregel schiep aangaande de opzegging van duurovereenkomsten voor onbepaalde tijd.
Naar Nederlands recht kan niet elke duurovereenkomst zonder meer worden opgezegd. In beginsel zijn overeenkomsten voor bepaalde tijd niet opzegbaar, terwijl overeenkomsten voor onbepaalde tijd behoudens enkele uitzonderingen in principe opzegbaar zijn (zie hiervoor ook een eerdere blog over dit onderwerp). Zo kan de bedoeling van de partijen bij het sluiten van de overeenkomst zich tegen opzegging zonder zwaarwegende grond verzetten, of wellicht komen de redelijkheid en billijkheid bij opzegging zonder zwaarwegende grond in gevaar- uiteraard afhankelijk van de omstandigheden van het geval en de aard en het onderwerp van de overeenkomst. Vaak wordt ook geprocedeerd over de opzegtermijn en eventuele schadevergoedingen.
Golden Earring en Nanada:
Voor het publiceren van haar cd’s sloot Golden Earring een reeks muziekuitgave-overeenkomsten met het platenlabel Nanada. De overeenkomsten waren aangegaan voor de duur van het auteursrecht, dat zich uitstrekt tot zeventig jaar na de dood van het laatste bandlid. Golden Earring vond echter dat Nanada zich onvoldoende had ingespannen om reclame te maken voor hun muziek en de band besloot daarom de muziekuitgave-overeenkomst te ontbinden, wat leidde tot gerechtelijke stappen van hun uitgever.
Nanada stelde dat de overeenkomst helemaal niet ontbonden kon worden, omdat deze volgens hen voor bepaalde tijd was. Hiervoor werd aangevoerd dat het om een zeventigjarentermijn ging na de dood van het laatste bandlid. In het geval de Hoge Raad de overeenkomst wel zou aanmerken als voor onbepaalde tijd, stelde de uitgever subsidiair dat Golden Earring voor opzegging onvoldoende zwaarwegende grond had. Hiervoor voerde het mede aan dat zowel de investering als het risico voor platenlabels zeer hoog is.
De Hoge Raad:
De Hoge Raad overwoog dat het hier om een overeenkomst voor onbepaalde tijd ging. Overeenkomsten die eindigen door het intreden van een bepaalde gebeurtenis, zoals de dood van een bandlid of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, gelden met betrekking tot de duur immers als onbepaald.[1]
De andere klacht van Nanada trof wel doel. De redelijkheid en billijkheid hadden in het onderhavige geval namelijk tot gevolg dat de overeenkomst niet zomaar kon worden opgezegd. Blijkens de maatschappelijk geldende normen zou een opzegging zonder zwaarwegende gronden leiden tot teveel onzekerheid bij platenlabels, waartegen de redelijkheid en billijkheid zich verzetten.[2]
Tevens overwoog de Hoge Raad dat exploitatieovereenkomsten zichzelf terugverdienen naarmate ze langer duren. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval zou dit ertoe kunnen leiden dat er dan géén zwaarwegende grond nodig was voor opzegging.
Gevolgen:
De Hoge Raad neemt de uitgevers hiermee in bescherming tegen al te makkelijke opzegging van de kant van artiesten. Wel neemt de Hoge Raad in overweging dat investeringen zichzelf terugbetalen, waardoor opzegging zonder zwaarwegende grond makkelijker wordt. Of deze uitzondering alleen van toepassing is op muziekuitgave-overeenkomsten, of dat we dit in het hele contractenrecht terug gaan zien, is nog onduidelijk maar de deur is in ieder geval op een kier gezet. Voor de mogelijkheden en problematiek rondom de de opzegging van duurovereenkomsten kunt u contact opnemen met Jaap van Till van Loyal.
[1] ECLI:NL:HR:2017:1270 r.o. 5.2.2
[2] Deze maatschappelijke normen werden afgeleid uit de totstandkomingsgeschiedenis van de Wet auteurscontractenrecht, welke opmerkelijk genoeg pas na het arrest van het Hof tot stand gekomen was.